Brandveiligheid Wat kunt u zelf doen?
Er zijn verschillende dingen die u kunt doen om brand te voorkomen. Bij de brandweer in de gemeente Utrecht kunt een uitgebreide voorlichting volgen over brandveiligheid en wat u het beste kunt doen om brand te voorkomen en wat te doen bij brand. De meest voorkomende oorzaak is de bekende 'vlam in de pan'. Maar ook kaarsen, sigaretten, overbelasting en kortsluiting vormen belangrijke oorzaken. Eenderde van alle woningbranden ontstaat door slecht onderhoud van elektrische apparaten of verkeerd gebruik ervan. Met eenvoudige maatregelen kunt u een hoop voorkomen. Zo kunt u met de juiste materialen zelf een beginnende brand blussen. En met een vluchtroute denkt u na over uw eigen veiligheid en die van andere huisbewoners.
Vlam in de pan
Oorzaak nummer 1 van brand in huis. Een vlam in de pan ontstaat als vet oververhit raakt en kan dus ook ontstaan als u niet op gas kookt. Zet bij een vlam in de pan onmiddellijk de hittebron en de afzuigkap uit. Blus het vuur niet met water, maar leg een deksel, blusdeken of vochtige, niet-synthetische dweil of theedoek op de pan. Zo voorkomt u een steekvlam en daarmee ook uitbreiding van de brand.
ü Waterkoker
Waterdamp kan in combinatie met (halogeen) verlichting makkelijk leiden tot kortsluiting. Zet uw waterkoker dus niet direct onder (halogeen) verlichting.
ü Elektrische apparatuur
Veel elektrische apparatuur, zoals tv's en computers, is uitgerust met een standby-stand. In de standby-stand blijven bepaalde onderdelen in het apparaat warm. Vooral bij oudere apparaten kan een combinatie van die warmte met opgehoopt stof tot brand leiden. Zet daarom uw apparatuur altijd helemaal uit. Haal ook adapters van oplaadbare apparaten na het opladen direct uit het stopcontact om oververhitting te voorkomen.
ü Kabelhaspels en snoercentrales
Een opgerold snoer wordt extra warm wanneer er elektriciteit doorheen loopt. Vooral bij zware of langdurige belasting kan het isolatiemateriaal van het snoer smelten, waardoor er kortsluiting kan ontstaan met brand en/of rookontwikkeling tot gevolg. Rol het snoer van een kabelhaspel daarom helemaal af, zeker bij langdurig gebruik of gebruik in combinatie met zware apparatuur.
ü Schoorsteen
Bij open haarden, houtkachels, kolenkachels en allesbranders blijven onverbrande deeltjes achter op de wand van het schoorsteenkanaal. Deze aanslag is zeer brandbaar. De mate van aanslag wordt mede bepaald door uw stookgedrag en door vervuiling van buitenaf, zoals vogelnesten. Laat een erkende schoorsteenveger jaarlijks uw rookkanaal reinigen buiten het stookseizoen. Na het vegen mag er namelijk enige tijd niet gestookt worden.
ü Wasdroger
In het filter van de wasdroger hopen stof en pluisjes zich op. In combinatie met de hoge temperaturen in de wasdroger kan dit leiden tot brand. Maak daarom regelmatig het stoffilter van uw wasdroger schoon.
ü Afzuigkap
Maak de afzuigkap goed en regelmatig schoon, bijvoorbeeld elk drie maanden. Vervang het filter of, indien er sprake is van een vast filter, reinig het met een vetoplosser. Dit zorgt voor een goede afvoer van dampen en gassen die vrijkomen bij het koken, zoals koolmonoxide en niet verbrand aardgas. Een goed schoongemaakte afzuigkap vermindert ook het risico van uitbreiding van brand bij een vlam in de pan.
ü Halogeenverlichting
Halogeen verlichting, vooral in inbouwspotjes, kan erg heet worden. Wanneer deze dicht bij brandbare materialen als meubels of gordijnen kan het brand veroorzaken. Ook het inbouwen van halogeenverlichting in kunststof of houten plafonds kan leiden tot brandgevaarlijke situaties. Pas ook op met halogeenverlichting bij waterdamp. Bijvoorbeeld in de badkamer of de keuken. Dit kan kortsluiting veroorzaken.
ü Sfeerverlichting
Zet nooit brandende kaarsen of waxinelichtjes zonder houder los ergens op. Plaats deze ook niet in kunststof houders. Het kunststof verweekt snel en kan uiteindelijk voor heel veel rook- en roetvervuiling zorgen.
ü Meterkast
Veel mensen gebruiken de meterkast als bergruimte voor de stofzuiger, plastic tassen, etc. De meterkast is echter geen opbergkast! Iedere keer wanneer u deze spullen uit de meterkast haalt of erin terugzet, loopt u het risico de leidingen in de kast te beschadigen. Als er kortsluiting ontstaat, is alles wat in de kast staat brandstof voor een brand. Zorg ook voor voldoende ventilatie in de meterkast. Hierdoor kunt u tijdig een eventueel gaslek ontdekken. Plaats een ventilatierooster bij voorkeur onderin de deur aangezien gas omlaag zakt.
Hulpmiddellen voor het bestrijden en detecteren van brand en/of koolmonoxide:
Ø Blusdeken
Ø Sproeischuimblusser
Ø Poederblusser
Ø Koolzuursneeuwblusser
Ø Waterslanghaspel
Ø Hittemelder
Ø Rookmelder
Ø Koolmonoxidemelder
Ø Impregneermiddel
Ø sprinklerinstallatie
Klik hier voor meer informatie over hulpmiddelen en brandklassen.